donderdag 19 maart 2015

De druppel van ING

Tot mijn schande ben ik al decennia klant bij ING Bank. Maar daar komt binnenkort onverbiddelijk een einde aan. Ik heb het namelijk gehad met banken als ING, die in de afgelopen jaren helemaal niets hebben geleerd.

Sinds de grotendeels door banken veroorzaakte wereldwijde financiële crisis van 2008 liggen banken nogal onder vuur.
Je zou denken dat banken zich dat aantrekken, maar niets is minder waar. Banken, en dan vooral de mensen die aan de top van die banken staan, zijn niet in staat gebleken om daadwerkelijk te veranderen. Ze blijven uit alle macht hangen in oude paradigma's.
De noodzaak tot verandering is wel pijnlijk duidelijk geworden. Overheden die destijds de banken tandenknarsend hebben moeten redden, hebben geprobeerd om de banken tot veranderingen te dwingen. Maar het lukt niet. Ondanks vele waarschuwingen van slimme economen en goed geïnformeerde, kritische geesten, zoals Joris Luyendijk en andere journalisten, verandert er hoegenaamd niets. De banken gaan op dezelfde destructieve voet verder en liefst nog wat harder. Je kunt erop wachten dat het weer mis gaat. En dat het weer hoofdzakelijk ten koste van de maatschappij gaat en niet van de bankiers.

Ook in ander opzicht zijn bankiers hardleers. Ze hebben niets geleerd van het verdwijnen van het vertrouwen van consumenten en bedrijven in hun bedrijfstak. Rationeel zou zijn dat banken proberen dat vertrouwen terug te winnen. Ze opereren immers in een markt en zouden in zekere mate afhankelijk moeten zijn van het vertrouwen van hun klanten. Maar ze doen precies het tegenovergestelde. Ze gaan als vanouds door met het gedrag waarmee ze dat vertrouwen verloren zijn.

Vandaag maakte ING bekend dat - nu de staatssteun is afbetaald - de beloning van zijn topman met 28% moet worden verhoogd. Niet dat hij een stakker was, want hij toucheerde al 105.000 euro per maand. Maar de raad van commissarissen vond dat het inkomen niet marktconform was, dat dat een risico was en dat meneer (het zijn bijna altijd mannen) maar beter 135.000 euro per maand kon krijgen. Dat is 1,63 miljoen euro per jaar. Ook de medebestuurders krijgen natuurlijk meer, want hun beloningen zijn evenmin marktconform, zo vinden de commissarissen.

Die redenering is zo idioot dat ik het er eigenlijk niet eens over wil hebben. Toch een paar woorden: waarschijnlijk koesteren de commissarissen angst dat de topman weggaat, naar waar hij nog meer kan binnen harken. Mijn vraag is dan: waarom zou dat een probleem zijn? Ben je dat soort mensen niet veel liever kwijt dat rijk? Waarom ruil je 'm niet in voor iemand die wel hart voor de zaak heeft, in plaats van alleen voor z'n eigen portemonnee?

ING heeft onder overheidsbewind Nationale Nederlanden van de hand moeten doen. Daarnaast schrapt ING 2800 banen in Nederland, maar liefst een zesde van het totaal. Dat zorgt voor veel inkomensonzekerheid bij de mensen op de werkvloer, terwijl de top doodleuk zijn inkomenszekerheid (die al niet klein was) vergroot. Alle ontslagen mensen moeten maar zien of ze weer aan het werk komen, of van een uitkering moeten gaan leven (waar de maatschappij dan weer voor mag opdraaien - net als bij de bankencrisis).
Het bedrijf is in elk geval een stuk kleiner dan voorheen en moet makkelijker zijn te managen. Maar dat is natuurlijk geen reden om de beloning voor dat klusje te verlagen - integendeel.

Dan denk ik: snappen jullie het nou werkelijk niet? Begrijp je niet dat je hiermee laat zien dat je in een volstrekte zelfgecreëerde, hermetisch geïsoleerde bubbel leeft en dat het gros van de mensen aan de buitenkant dat met stijgende verbazing en verontwaardiging gadeslaat? Of interesseert het je niet?

Waarschijnlijk ontkennen ze het glashard en ik weet bijna zeker dat het ze volstrekt niet interesseert. Het past niet in de huidige bankierscultuur om na te denken over de eigen rol en de maatschappelijke impact van eigen handelen. Banken als ING zijn immers beursgenoteerde bedrijven en die werken niet primair voor hun klanten of met de blik naar de maatschappij, maar voor invloedrijke en kortzichtige investeerders die alleen maar in hun eigen rendement zijn geïnteresseerd. Daar past geen maatschappelijk bewustzijn bij. Het lijkt erop dat beurzen en bestuurders die hoofdzakelijk op eigen gewin uit zijn hand in hand gaan. Bij bijna elke high profile beursgang blijkt immers weer dat vooral de bestuurders van het bedrijf er beter van worden. Greed is nog steeds good, zoveel is wel duidelijk.

Al die kortzichtigheid, die vandaag culmineerde in het bekend worden van narcistische, cynische, wat zeg ik psychopathische loonsverhogingen van mannen die wat mij betreft hun meerwaarde niet hebben bewezen, hebben de emmer in dit huishouden doen overlopen. We hebben definitief besloten om elders bankzaken te gaan doen. Onze goede inkomens, een paar potten spaargeld, we halen het allemaal zo snel mogelijk weg bij ING.

Het mooie is: er zijn ten minste twee gunstige uitzonderingen onder de Nederlandse banken. Banken die bewust weigeren mee te doen in het idiote beloning- en bonussencircus. Banken die er primair zijn voor hun klanten en ook nog bewust nadenken over hun maatschappelijke rol. En ernaar handelen. Met zo'n bank willen we zaken doen. We stappen over.

Zie ook: bij ING wast de ene hand de andere.

woensdag 4 maart 2015

Het einde van autodealers

Sommigen kunnen het zich misschien nog wel herinneren: reisbureaus. Een soort winkel waar je reizen kon kopen. Er zaten mensen aan bureaus, met rekken foldertjes en reisgidsen binnen handbereik. Als je er naar binnen ging, dan gaven ze je de indruk dat ze je een enorme dienst bewezen door reis, accommodatie en nog veel meer voor je bij elkaar te zoeken, tegen de schijnbaar beste prijs.

Tot zo'n tien jaar geleden was dat nog dagelijks aan de orde. En kijk nu eens. Wie is er recent nog bij een reisbureau geweest? Wie weet uit z'n hoofd een winkelstraat waar nog zo'n anachronisme is te vinden?

Ik bedoel maar, internet heeft de commerciële wereld onherkenbaar veranderd. Wat zeg ik: grondig op z'n kop gezet.

Sommige branches hebben daar nog steeds moeite mee. Neem de autobranche. Die werkt onveranderd bijna uitsluitend met tussenpersonen, 'dealers' genaamd. Die dealers proberen nog steeds de indruk te wekken dat ze toegevoegde waarde leveren. Maar de laatste keer dat ik op zoek ging naar een nieuwe auto wist ik - dankzij de overvloedige informatie op internet - steevast meer dan de verkoper. De autoverkopers wisten dat ook wel, ze deden veelal niet eens moeite om het te verhullen. Ik zag nergens toegevoegde waarde. Wel veel onnodige rompslomp en kosten.

Dat doet de vraag rijzen: waarom zijn er nog autodealers? Om een proefrit te kunnen maken? Ik heb uit betrouwbare bron dat de meeste nieuwe-auto-kopers dat niet eens doen. Die lopen een showroom binnen en zeggen "doe me die maar, in 't [vul gewenste kleur in]". En daar heb je dus geen mannen achter bureaus met foldertjes voor nodig. Je kan een proefrit ook via internet regelen. Een medewerker rijdt op verzoek even langs je huis, je maakt een proefrit en als de auto je aanstaat regel je de rest via internet. Helemaal geen showroom, mannen achter bureaus of foldertjes nodig.

Tesla doet 't al in de VS. Dat bedrijf heeft, tot chagrijn van machtige dealerorganisaties, het hele dealergebeuren er tussenuit geknipt. Er zijn nog wel showrooms, en Tesla zet z'n auto's in grote winkelcentra, maar de koop regel je via internet. Vaste prijzen, geen gezeur. De klanten vinden het fantastisch, want ze weten precies waar ze aan toe zijn. Ze hebben bovendien niet met een gladde prater te maken en weten dat Tesla hierdoor goedkoper werkt, waardoor ze het idee hebben dat ze zelf ook voordeel hebben. Dat laatste is nergens op gebaseerd, maar het gaat om het idee.
De machtige Amerikaanse dealerorganisaties zijn een kansloos tegenoffensief begonnen. Allereerst door politici te kopen, die 'consumer laws' in stand houden, zodat Tesla niet overal showrooms mag hebben. En de dealers 'spinnen' dat zo dat ze consumenten willen laten geloven dat ze dat allemaal in het belang van de consument doen. Er is echter geen consument die dat gelooft. Amerikaanse autokopers hebben haast zonder uitzondering een gloeiende pesthekel aan dealers.
Onderhoud is ook geen probleem, want de elektrische auto's van Tesla hebben nauwelijks onderhoud nodig. Geen olie, geen filters, slechts één bewegend onderdeel in de motor. Voor het weinige onderhoud maak je een afspraak via internet en de monteur komt bij je langs als jou het schikt. Het begin van het einde voor dealers.

Mijn buurman heeft onlangs al helemaal buiten het dealergebeuren om een nieuwe auto gekocht. Volgens hem was het een volstrekt pijnloze ervaring, en hij bespaarde er naar eigen zeggen vele duizenden euro's mee. De internetverkoper haalde de nieuwe auto gewoon daar waar-ie het goedkoopst was - in dit geval uit België. Het had ook Duitsland of Hongarije kunnen zijn. De EU met z'n vrije verkeer van goederen heeft veel voordelen.

Kortom: een uitstervend ras, zowel de dealer als de autoverkoper. Wie volgt?

zondag 1 maart 2015